
Spreekwoorden: (1914)
De overhand hebben,d.w.z. de grootste macht bezitten; in de meerderheid zijn; overwinnen, zegevieren; mnl. die overhant hebben. Vgl. Kiliaen: Overhand, palma, Victoria, principatus, primae; de over-hand hebben, praevalere, principatum valere, victoria potiri, vincere. Het zelfst. nw. hand heeft hier...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
De overhand hebben,d.w.z. de grootste macht bezitten; in de meerderheid zijn; overwinnen, zegevieren; mnl. die overhant hebben. Vgl. Kiliaen: Overhand, palma, Victoria, principatus, primae; de over-hand hebben, praevalere, principatum valere, victoria potiri, vincere. Het zelfst. nw. hand heeft hier...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.